Vreemdgaan: Een diepere blik op de complexiteit van ontrouw

Vreemdgaan: Een diepere blik op de complexiteit van ontrouw

Vreemdgaan. Er worden veel uitspraken over gedaan, maar over het hoe, wat en waarom is nog niet alles gezegd. Het is namelijk helemaal niet zo zwart-wit. Waarom iemand vreemdgaat of niet ligt niet aan jouw uiterlijk of aan slechte seks. Een scheve schaats rijden heeft met meerdere dingen te maken volgens de wetenschap. 

Inspiratie artikel bedrock.nl

Een artikel met input van Bram Buunk, hoogleraar evolutionaire sociale psychologie aan de Rijksuniversiteit Groningen op RTL deelt dat ongeveer 25 procent van de mannen weleens vreemdgegaan is tegenover 15 procent van de vrouwen. Terwijl NPO deelt dat mannen evenveel vreemdgaan als vrouwen. Daar zit natuurlijk wat in, want it takes two to tango.

“Fantaseren over een buitenechtelijk slippertje doet echter 80 procent van de bevolking.”

Vreemdgaan volgens de wetenschap
Psycholoog Tila Pronk deed onderzoek naar vreemdgaan aan de Radboud Universiteit van Nijmegen en deelt hierover: “Mensen die minder controle hebben over een bepaald gebied in de hersenen, zijn eerder geneigd om vreemd te gaan. Want iedereen voelt zich weleens aangetrokken tot een ander, dat is normaal. Als je iemand ziet die je aantrekkelijk vindt, krijgen de hersenen een signaal. Vervolgens draait het om impulscontrole of je daar wel of niet iets mee doet.

De invloed van onze hormoonhuishouding
De drang om vreemd te gaan kan volgens Psycholoog Brendan P. Zietsch ook aan de hormoonhuishouding liggen. Dit concludeert hij uit een onderzoek met 7.400 tweelingen, die allemaal minstens een jaar lang een relatie hebben. Voor dit onderzoek werd het verband tussen overspeligheid, het antidiuretisch hormoon (ADH) en het hormoon oxytocine onderzocht. Deze hormonen hebben invloed op vertrouwen, empathie en sociale binding. Variaties in deze hormonen kunnen het seksuele gedrag van mensen beïnvloeden en een rol spelen bij monogamie. Zo is de productie van ADH bij monogame diersoorten veel hoger dan bij polygame soorten. En vrouwen met een laag ADH zouden vaker vreemdgaan.

Biologen willen vreemdgaan graag op een andere manier verklaren. Amerikaanse onderzoekers hebben ontdekt dat een variatie in een bepaald gen, het zogenaamde DRD4-gen, zorgt voor een grotere neiging om vreemd te gaan. De proefpersonen met deze bepaalde genetische variatie hebben twee keer zo vaak one-nightstands en affaires achter de rug. Het DRD4-gen is namelijk nauw betrokken bij het vrijkomen van . Wanneer dit stofje actief is, krijgen we een goed gevoel. Bijvoorbeeld als we eten, seks hebben of drugs gebruiken. Een afwijking in het gen zorgt ervoor dat mensen sneller geneigd zijn risico’s te nemen om dat goede gevoel te bereiken. Zo is het gen ook in verband gebracht met alcohol– en goksverslavingen. En met vreemdgaan dus. Wellicht heeft de uitspraak ‘eens een bedrieger, altijd een bedrieger’ dus een (biologische) basis van realiteit.

Financiele (on)afhankelijkheid en vreemdgaan
En het blijkt dus ook dat wanneer je financieel afhankelijk bent van je partner, de kans groter is dat je vreemdgaat. De studie werd gepubliceerd in de American Sociological Review, waarin 2757 mensen werden ondervraagd over een periode van 10 jaar. De deelnemers moesten een vragenlijst invullen met betrekking tot inkomen, seksuele activiteit en relatiestatus.

De uitkomst is verrassend: zowel vrouwen als mannen die minder verdienen dan hun geliefde, zouden vaker ontrouw zijn. Maar, mannen die meer verdienden dan de vrouw, gingen ook vaker vreemd. Vrouwen die meer verdienden dan hun man, daarentegen, zouden niet vaker vreemdgaan. Er zitten wel wat haken en ogen aan het laatste onderzoek. Zo zijn het voornamelijk Amerikanen en kunnen we dus niet zeggen hoe het hier in Nederland gesteld is. Daarbij hebben ze de uitkomsten gebaseerd op alleen de mensen die getrouwd waren.

Gaat iedereen dan vreemd?
Welnee. En als iemand vreemdgaat, hoeft dat niet het einde van de relatie te betekenen. Communicatie is key en daarbij is het belangrijk om elkaars grenzen en wensen te respecteren. Relatieproblemen zijn de grootste boosdoeners en een relatie gaat niet altijd over rozen. Meer seksuele partners willen of het boosten van zelfvertrouwen zijn ook populaire redenen om vreemd te gaan. Dat heeft dus niks met de ander te maken en aan een laag zelfbeeld kan jouw partner werken.
Het lijkt ons voornamelijk belangrijk dat je moet weten dat een relatie keihard werken is en dat mensen au fond niet monogaam zijn. Door elkaar veel liefde te geven en aan een gezonde relatie te bouwen, voorkom je perikelen zoals vreemdgaan of scheiden.

Voor begeleiding bij het herstellen van een relatie na ontrouw, biedt Annette Burgers een waardevol programma aan. Ontdek hoe je samen kunt werken aan een vernieuwde en versterkte relatie. Een relatie zo sterk en zo verdiepend als vaak nog niet eerder ervaren is:

“In 27 jaar hebben wij op dit niveau nog niet zo’n goede relatie gehad. We hebben vier maanden keihard gewerkt met Annette en het is het alles waard. Ik ben compleet door alles heen gegaan. Blij dat ik dit gedaan heb en blij met mijn vrouw. Ik ben nog steeds niet blij met haar ontrouw, maar wel met wat het ons heeft opgeleverd.”
– Bart- 

Onderzoeksresultatenhttps://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S1090513814001317

Genetische analyse van menselijke buitenechtelijke voortplanting: erfelijkheid, correlatie tussen seksen, en receptorgenen voor vasopressine en oxytocine

Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat menselijke seksualiteit een complex samenspel is van biologische en omgevingsfactoren. Een recente studie richt zich op de genetische aspecten van buitenechtelijke voortplanting, waarbij wordt onderzocht hoe erfelijkheid, correlaties tussen de seksen en genen voor vasopressine en oxytocine een rol spelen.

Vasopressine en oxytocine zijn hormonen die betrokken zijn bij sociale binding en seksueel gedrag bij zoogdieren, inclusief mensen. Onderzoek heeft aangetoond dat variaties in genen die coderen voor de receptoren van deze hormonen kunnen bijdragen aan verschillen in seksueel gedrag en de neiging tot buitenechtelijke voortplanting.

De studie onderzocht de erfelijkheid van buitenechtelijke voortplanting, waarbij gekeken werd naar hoeveel van de variatie in dit gedrag kan worden toegeschreven aan genetische factoren. De resultaten toonden aan dat erfelijkheid een significante rol speelt bij de neiging tot buitenechtelijke voortplanting, waarbij ongeveer 40% van de variatie in dit gedrag kan worden verklaard door genetische factoren.

Interessant genoeg vond de studie ook een sterke correlatie tussen de neiging tot buitenechtelijke voortplanting bij mannen en vrouwen. Dit suggereert dat genetische factoren die bijdragen aan dit gedrag vergelijkbaar zijn tussen de seksen.

Ten slotte werden specifieke genen onderzocht die betrokken zijn bij de regulatie van vasopressine- en oxytocinereceptoren. Deze genen zijn eerder geassocieerd met verschillen in sociaal gedrag en seksueel functioneren bij mensen. Door deze genen te bestuderen, hopen onderzoekers een dieper inzicht te krijgen in de genetische basis van menselijke seksualiteit en relaties.

Deze studie werpt nieuw licht op de complexe interactie tussen genetische en omgevingsfactoren bij menselijke seksualiteit. Door de rol van genen die betrokken zijn bij sociale binding en seksueel gedrag te onderzoeken, kunnen we een beter begrip krijgen van de biologische basis van buitenechtelijke voortplanting en menselijke relaties.